Volgens de opiniepeilingen in aanloop naar de Europese verkiezingen van 4 juni zou de Groep Wilders op veel stemmen kunnen rekenen. De gevestigde politieke partijen hoopten dat de peilingen niet bewaarheid zouden worden, maar de daadwerkelijke uitslag loog er niet om. In een klap is Groep Wilders bijna even groot geworden als het CDA, de grootste partij. Als de 26e zetel waar Nederland in het Europese parlement recht op heeft ook toegekend wordt aan Groep Wilders dan zijn ze even groot.
De vraag is natuurlijk of dit stemgedrag te maken heeft met onvrede over Europa zoals ook bij het eerdere referendum over de Europese grondwet (waar een meerderheid nee stemde), of dat het vooral een proteststem is tegen de huidige regering .
Wilders heeft uitgesproken meningen geventileerd met betrekking tot de Islam, asielzoekers en probleemjongeren van allochtone afkomst.
Hoe je ook denkt over deze standpunten het hoort bij een democratie waar een ieder zijn mening moet kunnen uiten en Wilders heeft met negen zetels in de Tweede Kamer ook zijn plaats verworven.
Wat voor mij echter onbegrijpelijk is, is het feit dat ons democratische systeem het toestaat dat niet democratische bewegingen, zoals de groepering Wilders, vanzelfsprekend mee kunnen doen met verkiezingen. Daarmee bedoel ik niet dat Wilders en zijn aanhangers als partij verboden zou moeten worden, maar dat de toegang tot het democratische, parlementaire stelsel afhangt van het feit of zij zelf functioneren als democratische partij.
De groepering Wilders is feitelijk geen democratische partij met leden en een bestuur, die een voorzitter of partijleider kunnen kiezen, met een partijprogramma dat door de ledenvergadering wordt vastgesteld. Kortom een partij met interne democratische procedures en besluitvorming. Bij de groepering Wilders ontbreekt dat allemaal. Er zijn geen feitelijke leden en er is geen interne democratische structuur. Feitelijk is Wilders de alleenheerser in zijn groepering.
Het is alsof een rugbyteam mee wil doen aan een voetbalcompetitie. Dat kan natuurlijk alleen als ze de spelregels van het voetbalspel naleven.
Toen ik deze vragen voorlegde aan de huidige partijleiders in de Tweede Kamer kreeg ik meteen reacties, maar vrijwel allemaal in de trant van; wij willen de groepering Wilders niet verbieden en gaan het democratische debat met hem aan. We moeten hem bestrijden met argumenten!
Waar de dialoog met Wilders toe leidt heeft iedereen kunnen zien in het slotdebat met alle fractievoorzitters na de bekendmaking van de verkiezingsresultaten. Het was geen debat op inhoud, maar slechts een uit de hand gelopen schreeuwpartij en een beschamende voorstelling van het politieke gehalte van onze democratie.
Alleen de SP heeft bij monde van Ronald van Raak het volgende geantwoord:
“ We moeten maar eens voorstellen om politieke partijen in de Grondwet op te nemen - die bestaan nu grondwettelijk niet - en aan de hand daarvan een discussie over wat een politieke partij is. Het is echter nu zo dat niet alleen partijen, maar ook individuen of groepen mensen aan verkiezingen kunnen deelnemen ”.
Inderdaad.
Als de huidige kieswet hierin nog niet voorziet, moet er snel een wetswijziging komen om dit democratische tekort te herstellen en zo onze democratie te beschermen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten